EsperantoLingvojFakojktp.
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ?

nederlanda u...

u: vi
übermensch: superhomo
ufo: nifo
ui: cepo
uier: mamo
uil: strigo
   grote uil: gufo
uilen: strigoformaj
   echte uilen (fam.): strigedoj
uilskuiken: sencerbulo
uiltje (nachtvlinder): herminio
uit: for
uitademen: elspiri
uitbalanceren: ekvilibrigi
uitbazuinen: distrumpeti, heroldi
uitbeelden: bildigi
uitbeelding: bildigo
uitblinker: korifeo
uitbranden: bruldetrui, kaŭterizi
zich uitbreiden: plivastiĝi
uitbreiding: ekspansio
uitcommentariëren: forkomenti
uitdagen: defii, provoki
uitdaging: defio
uitdampen: elvaporiĝi
uitdelen: disdoni
uitdraaien: presi, printi
uiteendrukken: dispremi
uiteenvallen: disfali, splitiĝi
uiterlijk: mieno
   het uiterlijk hebben van: aspekti
uitermate: senmezura supermezura
uitfluiten: mokfajfi, prifajfi
uitfrezen: frezi
uitgang: elirejo
   uitgang (gramm.): finaĵo
uitgangspunt: deirpunkto
uitgave: eldono
   uitgave (versie): versio
uitgaven: elspezo
uitgehold: enkava
uitgerafeld: fadenmontra
uitgeven: eldoni, elspezi
   uitgeven (geld): emisii
uitgever: eldonisto
uitgieten: elverŝi
   naar alle kanten uitgieten: disverŝi
uitglijden: glitfali
uitgloeien: kalcini
uitgraven: elfosi
uithangbord: ŝildo
uitheems: ekzota, ekzotika
   iets uitheems: ekzotaĵo
   iets uitheems: ekzotikaĵo
uithollen: kavigi
uitholling (ontr.): diskavaĵo
uithouden: elporti
uithuwelijken: edzigi, edzinigi
jaarlijkse uitkering: anuitato
uitkijken: elrigardi, gvati
uitkijkpunt: altano
uitkleden: malvesti, senvestigi
uitkomst: rezultato
uitlachen: mokridi
uitlaten: promenigi
uitleggen: komprenigi
uitlenen: alprunti
uitlezen: finlegi, tutlegi
uitloggen: adiaŭi
uitmaken: konsistigi
uitmesten: elsarki
uitnodigen: inviti
uitnodiging: invito
uitoefenen: praktiki
uitpakken: elpaki malpaki
uitpersen: elpremi
uitprinten: presi, printi
uitputten: konsumi
uitroeien: ekstermi, elradikigi, fordetrui, senhomigi
uitroepen: ekkrii, proklami
uitroepteken: krisigno
uitrusten: ekipi, ripozi
uitrusting: ekipaĵo
uitschakelen: malŝalti
uitschelden: insulti
uitschot: feĉo
uitschudden: elŝuti, ŝuti
uitslaand: efloreska
uitslapen: satdormi
uitsloven:
   zich uitsloven: barakti
   zich uitsloven: penegi
   uitsloven (zn.): penego
uitsluiten: ekskluzivi
uitsluitend: ekskluzive, sole
uitsluiting: lokaŭto
uitsmijter (buitenwipper): elpelisto
uitsnijden: eltranĉi
uitspraak: parolo
   uitspraak (accent): akĉento
   uitspraak (vonnis): verdikto
uitspreiden: sterni
uitspreken: elparoli, prononci
   uitspreken (tot het einde spreken): satparoli
uitspringen: elsalti
uitstallen: elmeti
uitstalraam: montra fenestro
uitstap: ekskurso
uitsteken: elŝovi, emerĝi
uitstekend: elstara
úítstekend: emerĝanta
uitstel: prokrasto
uitstellen: prokrasti
uitstellen tot sint-juttemis: formeti ĝis la grekaj kalendoj
uitstijgen: leviĝi
uitstoten: elpuŝi
   uitstoten (stoffen): emisii
uitstralen: radii
uittesten: provi
uittrekken: demeti, elmergi
uitvaardigen: proklami
uitvaardiging: proklamo
uitvinden: eltrovi, inventi
   het uitvinden: invento
uitvinder: inventisto
uitvinding: inventaĵo
uitvoer: eksporto
uitvoerder: eksportisto
uitvoeren: ruli
   het uitvoeren: eksportado
   uitvoeren (exporteren): eksporti
uitvoerend comité: plenumkomitato
uitvoerende macht: plenuma potenco
uitvoering (versie): versio
uitwasemen: haladzi
uitwaseming: haladzo
uitwerken: ellabori
uitwieden: elsarki
uitwissen: deviŝi, elviŝi, forviŝi
uitzenden: radii
uitzichtspunt: videjo
uitzien:
   er uitzien: aspekti
   er uitzien: mieni
uitzoeken: specigi
met uitzondering van: ekskluzive je (de)
uitzuigen: elsuĉi
ulaan: ulano
Ulster: Nord-Irlando Nordirlando
ultiem: fina, finofara
ultimatum: ultimato
ultramarijn: ultramaro
ultraviolet: transviola
ume-boom: umearbo, umeo
ume-pruim: umeo
umlaut (klantverschuiving): umlaŭto
uncaria (geslacht): unkario
underscore: substreko
understatement: maltroigo
Unicode: Unikodo
unie: kunaĵo, unio
uniek: unika, ununura
uniform: uniformo
unisono: unisono, unuto
universeel: universala
universiteit: universitato
Unix: Unikso
Unix-gebruiker: uniksulo
uploaden: alŝuti
up to date brengen: ĝisdatigi
uraan: uranio
uranium: uranio
ureter: uretero, uretro
urethra: uretero, uretro
urgente: urĝa
urine: urino
urineblaas: urinveziko
urineleider: uretero
urineren: urini
   urineren (subst.): urinado
urn: urno
urolithiasis: urinŝtona malsano
Uruguay: Urugvajo
utopie: utopio
Utrecht: Utreĥto
uur: horo
   ieder uur: ĉiuhore
   om 't uur: ĉiuhore
   per uur: hore
uv: transviola